Zacharia 6:10

10 Neem van de gevankelijk weggevoerden van Cheldai, van Tobia, en van Jedaja, en kom gij te dien dage, en ga in ten huize van Josia, den zoon van Zefanja, dewelke uit Babel gekomen zijn;

Zacharia 6:10 Meaning and Commentary

Zechariah 6:10

Take of "them of" the captivity
That is, some of them that were returned from the captivity of Babylon, and who are mentioned by name: even of Heldai, of Tobijah, and Jedaiah, which are come from
Babylon;
either with Zerubbabel and Joshua, when they came from thence; or who were now just come from those that remained there: and come thou the same day;
this very day in which they were come from thence: and go into the house of Josiah the son of Zephaniah;
where the above persons were; or where they were to go along with him: this Josiah might be either a goldsmith, and therefore the prophet is sent to him to make the crowns later mentioned; or else he might be a treasurer belonging to the temple, who had gold and silver in his hands, which had been put there for the use of it.

Zacharia 6:10 In-Context

8 En Hij riep mij, en sprak tot mij, zeggende: Zie, deze, die uitgegaan zijn naar het Noorderland, hebben Mijn Geest doen rusten in het Noorderland.
9 En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende:
10 Neem van de gevankelijk weggevoerden van Cheldai, van Tobia, en van Jedaja, en kom gij te dien dage, en ga in ten huize van Josia, den zoon van Zefanja, dewelke uit Babel gekomen zijn;
11 Te weten, neem zilver en goud, en maak kronen; en zet ze op het hoofd van Josua, den zoon van Jozadak, den hogepriester.
12 En spreek tot hem, zeggende: Alzo spreekt de HEERE der heirscharen, zeggende: Ziet, een Man, Wiens naam is SPRUITE, Die zal uit Zijn plaats spruiten, en Hij zal des HEEREN tempel bouwen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.