Statenvertaling (Dutch) SVV
New International Version NIV
1 Roep nu, zal er iemand zijn, die u antwoorde? En tot wien van de heiligen zult gij u keren?
1
“Call if you will, but who will answer you? To which of the holy ones will you turn?
2 Want den dwaze brengt de toornigheid om, en de ijver doodt den slechte.
2
Resentment kills a fool, and envy slays the simple.
3 Ik heb gezien een dwaas wortelende; doch terstond vervloekte ik zijn woning.
3
I myself have seen a fool taking root, but suddenly his house was cursed.
4 Verre waren zijn zonen van heil; en zij werden verbrijzeld in de poort, en er was geen verlosser.
4
His children are far from safety, crushed in court without a defender.
5 Wiens oogst de hongerige verteerde, dien hij ook tot uit de doornen gehaald had; de struikrover slokte hun vermogen in.
5
The hungry consume his harvest, taking it even from among thorns, and the thirsty pant after his wealth.
6 Want uit het stof komt het verdriet niet voort, en de moeite spruit niet uit de aarde;
6
For hardship does not spring from the soil, nor does trouble sprout from the ground.
7 Maar de mens wordt tot moeite geboren; gelijk de spranken der vurige kolen zich verheffen tot vliegen.
7
Yet man is born to trouble as surely as sparks fly upward.
8 Doch ik zou naar God zoeken, en tot God mijn aanspraak richten;
8
“But if I were you, I would appeal to God; I would lay my cause before him.
9 Die grote dingen doet, die men niet doorzoeken kan; wonderen, die men niet tellen kan;
9
He performs wonders that cannot be fathomed, miracles that cannot be counted.
10 Die den regen geeft op de aarde, en water zendt op de straten;
10
He provides rain for the earth; he sends water on the countryside.
11 Om de vernederden te stellen in het hoge; dat de rouwdragenden door heil verheven worden.
11
The lowly he sets on high, and those who mourn are lifted to safety.
12 Hij maakt te niet de gedachten der arglistigen; dat hun handen niet een ding uitrichten.
12
He thwarts the plans of the crafty, so that their hands achieve no success.
13 Hij vangt de wijzen in hun arglistigheid; dat de raad der verdraaiden gestort wordt.
13
He catches the wise in their craftiness, and the schemes of the wily are swept away.
14 Des daags ontmoeten zij de duisternis, en gelijk des nachts tasten zij in de middag.
14
Darkness comes upon them in the daytime; at noon they grope as in the night.
15 Maar Hij verlost den behoeftige van het zwaard, van hun mond, en van de hand des sterken.
15
He saves the needy from the sword in their mouth; he saves them from the clutches of the powerful.
16 Zo is voor den arme verwachting; en de boosheid stopt haar mond toe.
16
So the poor have hope, and injustice shuts its mouth.
17 Zie, gelukzalig is de mens, denwelken God straft; daarom verwerp de kastijding des Almachtigen niet.
17
“Blessed is the one whom God corrects; so do not despise the discipline of the Almighty.
18 Want Hij doet smart aan, en Hij verbindt; Hij doorwondt, en Zijn handen helen.
18
For he wounds, but he also binds up; he injures, but his hands also heal.
19 In zes benauwdheden zal Hij u verlossen, en in de zevende zal u het kwaad niet aanroeren.
19
From six calamities he will rescue you; in seven no harm will touch you.
20 In den honger zal Hij u verlossen van den dood, en in den oorlog van het geweld des zwaards.
20
In famine he will deliver you from death, and in battle from the stroke of the sword.
21 Tegen den gesel der tong zult gij verborgen wezen, en gij zult niet vrezen voor de verwoesting, als zij komt.
21
You will be protected from the lash of the tongue, and need not fear when destruction comes.
22 Tegen de verwoesting en tegen den honger zult gij lachen, en voor het gedierte der aarde zult gij niet vrezen.
22
You will laugh at destruction and famine, and need not fear the wild animals.
23 Want met de stenen des velds zal uw verbond zijn, en het gedierte des velds zal met u bevredigd zijn.
23
For you will have a covenant with the stones of the field, and the wild animals will be at peace with you.
24 En gij zult bevinden, dat uw tent in vrede is; en gij zult uw woning verzorgen, en zult niet feilen.
24
You will know that your tent is secure; you will take stock of your property and find nothing missing.
25 Ook zult gij bevinden, dat uw zaad menigvuldig wezen zal, en uw spruiten als het kruid der aarde.
25
You will know that your children will be many, and your descendants like the grass of the earth.
26 Gij zult in ouderdom ten grave komen, gelijk de korenhoop te zijner tijd opgevoerd wordt.
26
You will come to the grave in full vigor, like sheaves gathered in season.
27 Zie dit, wij hebben het doorzocht, het is alzo; hoor het, en bemerk gij het voor u.
27
“We have examined this, and it is true. So hear it and apply it to yourself.”
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.
Scripture quoted by permission. Quotations designated (NIV) are from THE HOLY BIBLE: NEW INTERNATIONAL VERSION®. NIV®. Copyright © 1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica. All rights reserved worldwide.