1 Corinthiërs 6:5

5 Ik zeg u dit tot schaamte. Is er dan alzo onder u geen, die wijs is, ook niet een, die zou kunnen oordelen tussen zijn broeders?

1 Corinthiërs 6:5 Meaning and Commentary

1 Corinthians 6:5

I speak to your shame
Not that they did set such persons to judge, but that they did not; and instead of so doing went to law with their brethren before the unjust:

is it so that there is not a wise man among you?
this also the apostle speaks to their shame, who had so much gloried in their wisdom, and boasted of their parts and abilities to the contempt of others, and even of the apostle himself; and yet acted as if there was not a wise man among them capable of judging and determining trivial matters, but they must carry them before unconverted persons:

no not one that shall be able to judge between his brethren?
for though the above mentioned benches consisted of three persons, yet the contending parties might choose one man to be an arbitrator and judge between them. The rule with the Jews was this ^F6;

``pecuniary judgments are by three, but if he is authorised or approved by the majority, (ydyxy wlypa Nd) , "he may judge alone". Says R. Nachman, as I judge pecuniary judgments alone; and so says R. Chaijah, as I judge pecuniary punishments alone.''

---

FOOTNOTES:

F6 T. Bab. Sanhed. fol. 5. 1. Maimon. Hilch. Sanhed. c. 5. sect. 8.

1 Corinthiërs 6:5 In-Context

3 Weet gij niet, dat wij de engelen oordelen zullen? Hoeveel te meer de zaken, die dit leven aangaan?

4 Zo gij dan gerechtzaken hebt, die dit leven aangaan, zet die daarover, die in de Gemeente minst geacht zijn.

5 Ik zeg u dit tot schaamte. Is er dan alzo onder u geen, die wijs is, ook niet een, die zou kunnen oordelen tussen zijn broeders?

6 Maar de ene broeder gaat met den anderen broeder te recht, en dat voor ongelovigen.

7 Zo is er dan nu ganselijk gebrek onder u, dat gij met elkander rechtzaken hebt. Waarom lijdt gij niet liever ongelijk? Waarom lijdt gij niet liever schade?