Handelingen 8:31

31 En hij zeide: Hoe zou ik toch kunnen, zo mij niet iemand onderricht? En hij bad Filippus, dat hij zou opkomen, en bij hem zitten.

Handelingen 8:31 Meaning and Commentary

Acts 8:31

And he said, how can I, except some man should guide me?
&c.] Which shows that he was of an excellent spirit and temper; since instead of answering in a haughty and disdainful manner, as great men are too apt to do; and instead of charging Philip with, impertinence and insolence, in interrupting him whilst reading, and putting such a question to him, he expresses himself with great and uncommon modesty; with a sense and confession of his ignorance and incapacity and of the necessity and usefulness of the instructions of men, appointed of God to open and explain the Scriptures: and though he wanted such a guide, and could have been glad of one, yet he was willing to use all diligence himself in reading, that he, might, if possible, come at some knowledge of the truth; which was very commendable in him; and no doubt but the spirit he was in was much owing to his reading the word, and to the Spirit of God disposing his mind in this manner:

and he desired Philip that he would come up and sit with him;
which is an instance of his great humanity and courteousness, and of his meekness and condescension, as well as of his vehement thirst after the knowledge of the Scriptures; he concluding, or at least hoping by Philip's question, and by the air and look of the man, that he was one that might be useful to him this way.

Handelingen 8:31 In-Context

29 En de Geest zeide tot Filippus: Ga toe, en voeg u bij dezen wagen.
30 En Filippus liep toe, en hoorde hem den profeet Jesaja lezen, en zeide: Verstaat gij ook, hetgeen gij leest?
31 En hij zeide: Hoe zou ik toch kunnen, zo mij niet iemand onderricht? En hij bad Filippus, dat hij zou opkomen, en bij hem zitten.
32 En de plaats der Schriftuur, die hij las, was deze: Hij is gelijk een schaap ter slachting geleid; en gelijk een lam stemmeloos is voor dien, die het scheert, alzo doet Hij Zijn mond niet open.
33 In Zijn vernedering is Zijn oordeel weggenomen; en wie zal Zijn geslacht verhalen? Want Zijn leven wordt van de aarde weggenomen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.