Jesaja 32:3

3 En de ogen dergenen, die zien, zullen niet terugzien, en de oren dergenen, die horen, zullen opmerken.

Jesaja 32:3 Meaning and Commentary

Isaiah 32:3

And the eyes of them that see shall not be dim
Not of the seers and prophets, or ministers of the word only, but of the righteous in general, as the Targum; even all such as are illuminated by the Spirit of God, who shall have a clear discerning of Gospel truths, behold with open face, with eyes unveiled, the glory of them, and of Christ in them, and not have their eyes covered, or such a dim obscure knowledge of them as under the law; and not only the watchmen shall see, eye to eye, all truths clearly and distinctly, but even all, from the least to the greatest, shall know the Lord, and the earth shall be filled with the knowledge of him, as the waters cover the sea. It is a prophecy of the great increase of spiritual light in the times of the Messiah:

and the ears of them that hear shall hearken:
very diligently and attentively to the word preached, and receive and embrace the doctrines of the Gospel, and submit to, and obey, the ordinances of it.

Jesaja 32:3 In-Context

1 Ziet, een koning zal regeren in gerechtigheid, en de vorsten zullen heersen naar recht.

2 En die man zal zijn als een verberging tegen den wind, en een schuilplaats tegen den vloed, als waterbeken in een dorre plaats, als de schaduw van een zwaren rotssteen in een dorstig land.

3 En de ogen dergenen, die zien, zullen niet terugzien, en de oren dergenen, die horen, zullen opmerken.

4 En het hart der onbedachtzamen zal de wetenschap verstaan, en de tong der stamelenden zal vaardig zijn, om bescheidenlijk te spreken.

5 De dwaas zal niet meer genoemd worden milddadig, en de gierige zal niet meer mild geheten worden.