Jesaja 7:16

16 Zekerlijk, eer dit Knechtje weet te verwerpen het kwade, en te verkiezen het goede, zal dat land, waarover gij verdrietig zijt, verlaten zijn van zijn twee koningen.

Jesaja 7:16 Meaning and Commentary

Isaiah 7:16

For before the child shall know to refuse the evil, and
choose the good
This may be understood of Isaiah's child, Shearjashub, he had along with him, he was bid to take with him; and who therefore must be supposed to bear some part, or answer some end or other, in this prophecy; which it is very probable may be this, viz. to assure Ahaz and the house of David that the land which was abhorred by them should be forsaken of both its kings, before the child that was with him was grown to years of discretion; though it may be understood of any child, and so of the Messiah; and the sense be, that before any child, or new born babe, such an one as is promised, ( Isaiah 7:14 ) , arrives to years of discretion, even in the space of a few years, this remarkable deliverance should be wrought, and the Jews freed from all fears of being destroyed by these princes: the land that thou abhorrest shall be forsaken of both her kings;
meaning not the land of Judea, now distressed by them, which they should leave; for that could not be said to be abhorred by Ahaz, or the house of David; but the land of Israel and Syria, called one land, because of the confederacy between the kings of them, Rezin and Remaliah's son, which Ahaz and his nobles abhorred, because of their joining together against them; and so it was, that in a very little time both these kings were cut off; Pekah the son of Remaliah was slain by Hoshea the son of Elah, who reigned in his stead, ( 2 Kings 15:30 ) and Rezin was slain by the king of Assyria, ( 2 Kings 16:9 ) .

Jesaja 7:16 In-Context

14 Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven; ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUEL heten.

15 Boter en honig zal Hij eten, totdat Hij wete te verwerpen het kwade, en te verkiezen het goede.

16 Zekerlijk, eer dit Knechtje weet te verwerpen het kwade, en te verkiezen het goede, zal dat land, waarover gij verdrietig zijt, verlaten zijn van zijn twee koningen.

17 Doch de HEERE zal over u, en over uw volk, en over uws vaders huis, dagen doen komen, hoedanige niet gekomen zijn van dien dag af, dat Efraim van Juda is afgeweken, door den koning van Assyrie.

18 Want het zal te dien dage geschieden, dat de HEERE zal toesissen de vliegen, die aan het einde der rivieren van Egypte zijn, en de bijen die in het land van Assur zijn.