Prediker 2:18

18 Ik haatte ook al mijn arbeid, dien ik bearbeid had onder de zon, dat ik dien zou achterlaten aan een mens, die na mij wezen zal.

Prediker 2:18 Meaning and Commentary

Ecclesiastes 2:18

Yea, I hated all my labour which I had taken under the sun,
&c.] The great works he made, the houses he built; the vineyards, gardens, and orchards he planted what he got by his labour, his riches and wealth; and what he also got, not by the labour of his hands, but of his mind. Some understand this of the books he wrote; which were a weariness to his body, and fatigue to his mind; and which he might fear some persons would make an ill use of: Aben Ezra interprets it of his labour in this book. All which he had no great regard unto, since it was to be left to another; because I should leave it unto the man that shall be after me;
because he could not enjoy the fruits of his labour himself, at least but a very short time: but must be obliged to leave all to another, his possessions, estates, riches, and treasure; which a man cannot carry with him when he dies, but must leave all behind him, to his heirs and successors F24. The Targum is,

``because I shall leave it to Rehoboam my son, who shall come after me; and Jeroboam his servant shall come and take ten tribes out of his hands, and possess half the kingdom.''

FOOTNOTES:

F24 "Rape, congere, aufer, posside, relinquendum est." Martial. Epigr. l. 8. Ep. 43.

Prediker 2:18 In-Context

16 Want er zal in eeuwigheid niet meer gedachtenis van een wijze, dan van een dwaas zijn; aangezien hetgeen nu is, in de toekomende dagen altemaal vergeten wordt; en hoe sterft de wijze met den zot?
17 Daarom haatte ik dit leven, want dit werk dacht mij kwaad, dat onder de zon geschiedt; want het is al ijdelheid en kwelling des geestes.
18 Ik haatte ook al mijn arbeid, dien ik bearbeid had onder de zon, dat ik dien zou achterlaten aan een mens, die na mij wezen zal.
19 Want wie weet, of hij wijs zal zijn, of dwaas? Evenwel zal hij heersen over al mijn arbeid, dien ik bearbeid heb en dien ik wijselijk beleid heb onder de zon. Dat is ook ijdelheid.
20 Daarom keerde ik mij om, om mijn hart te doen wanhopen over al den arbeid, dien ik bearbeid heb onder de zon.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.