1 Corinthiërs 9:4

4 Hebben wij niet macht, om te eten en te drinken?

1 Corinthiërs 9:4 Meaning and Commentary

1 Corinthians 9:4

Have we not power to eat and to drink?
] Having proved his apostleship, he proceeds to establish his right to a maintenance as a Gospel minister; which he expresses by various phrases, and confirms by divers arguments: by a "power to eat and drink", he does not mean the common power and right of mankind to perform such actions, which everyone has, provided he acts temperately, and to the glory of God; nor a liberty of eating and drinking things indifferent, or which were prohibited under the ceremonial law; but a comfortable livelihood at the public charge, or at the expense of the persons to whom he ministered; and he seems to have in view the words of Christ, ( Luke 10:7 Luke 10:8 ) .

1 Corinthiërs 9:4 In-Context

2 Zo ik anderen geen apostel ben, nochtans ben ik het ulieden; want het zegel mijns apostelschaps zijt gijlieden in den Heere.
3 Mijn verantwoording aan degenen, die onderzoek over mij doen, is deze.
4 Hebben wij niet macht, om te eten en te drinken?
5 Hebben wij niet macht, om een vrouw, een zuster zijnde, met ons om te leiden, gelijk ook de andere apostelen, en de broeders des Heeren, en Cefas?
6 Of hebben alleen ik en Barnabas geen macht van niet te werken?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.