1 Koningen 1:14

14 Zie, als gij daar nog met den koning spreken zult, zo zal ik na u inkomen, en zal uw woorden vervullen.

1 Koningen 1:14 Meaning and Commentary

1 Kings 1:14

Behold, while thou yet talkest there with the king
Before, or by the time she could deliver the above words to him, or such as she should think fit to use, to awaken the king to a concern for the interest of her and her son:

I will also come in after thee;
directly into the king's chamber:

and confirm thy words;
as he could very well do, if he was present as a witness of the oath he had made to her, as well as he could confirm the truth of Adonijah's usurpation; nay, could plead the will and promises of God he had formerly notified to him: or, "fill up thy words" ^F6, make up what might be wanting in her address to him, in her account of things, or in the arguments used by her; he means, that he would second her in her motion in favour of Solomon, and press the king to take some steps for the security of the succession to him. Nathan knew it was the will of God that Solomon should succeed in the kingdom, he had promised it by him, see ( 2 Samuel 7:12 ) ( 1 Chronicles 21:8 1 Chronicles 21:9 ) ; yet, as a wise and good man, he thought it right to make use of all proper means to attain the end.

---

FOOTNOTES:

F6 (ytalm) "complebo", Pagninus, Montanus, Vatablus; "explebo", Ar.

1 Koningen 1:14 In-Context

12 Nu dan, kom, laat mij u toch een raad geven, dat gij uw ziel en de ziel van uw zoon Salomo redt.

13 Ga heen, en treed in tot den koning David, en zeg tot hem: Hebt gij niet, mijn heer koning, uw dienstmaagd gezworen, zeggende: Voorzeker, uw zoon Salomo zal na mij koning zijn, en hij zal op mijn troon zitten! Waarom dan is Adonia koning?

14 Zie, als gij daar nog met den koning spreken zult, zo zal ik na u inkomen, en zal uw woorden vervullen.

15 En Bathseba ging in tot den koning in de binnenkamer; doch de koning was zeer oud, en Abisag, de Sunamietische, diende den koning.

16 En Bathseba neigde het hoofd en boog zich neder voor den koning; en de koning zeide: Wat is u?