1 Koningen 12:10

10 En de jongelingen, die met hem opgewassen waren, spraken tot hem, zeggende: Alzo zult gij zeggen tot dat volk, die tot u gesproken hebben, zeggende: Uw vader heeft ons juk zwaar gemaakt, maar maak gij het over ons lichter; alzo zult gij tot hen spreken: Mijn kleinste vinger zal dikker zijn dan mijns vaders lenden.

1 Koningen 12:10 Meaning and Commentary

1 Kings 12:10

And the young men that were grown up with him, spake unto
him, saying
Gave him the following advice:

thus shalt thou speak unto this people that spake unto thee, saying;
as is said, ( 1 Kings 12:4 )

thus shall thou say unto them, my little finger shall be thicker than
my father's loins;
or, "is thicker" F7 signifying that he had more strength and power than his father had, and that he would make them know it, and they should feel the weight of it, and instead of lessening he would increase their taxes; for also hereby was intimated, that his glory, grandeur, and magnificence, was greater than his father's, especially when he first came to the kingdom, and therefore required the same taxes, or greater, to support it; and perhaps reference may be had to the difference of their age, Solomon being a child, or a very young man, when he came to the throne; whereas Rehoboam was upwards of forty years of age, and capable of judging what was fit to be done, and not to be talked to and treated after this manner, nor to receive the kingdom upon a condition of the people's prescribing.


FOOTNOTES:

F7 (hbe) "grossior est", V. L. Pagninus; "densior est", Junius & Tremellius, Piscator.

1 Koningen 12:10 In-Context

8 Maar hij verliet den raad der oudsten, dien zij hem geraden hadden; en hij hield raad met de jongelingen, die met hem opgewassen waren, die voor zijn aangezicht stonden.
9 En hij zeide tot hen: Wat raadt gijlieden, dat wij dit volk antwoorden zullen, die tot mij gesproken hebben, zeggende: Maak het juk, dat uw vader ons opgelegd heeft, lichter.
10 En de jongelingen, die met hem opgewassen waren, spraken tot hem, zeggende: Alzo zult gij zeggen tot dat volk, die tot u gesproken hebben, zeggende: Uw vader heeft ons juk zwaar gemaakt, maar maak gij het over ons lichter; alzo zult gij tot hen spreken: Mijn kleinste vinger zal dikker zijn dan mijns vaders lenden.
11 Indien nu mijn vader een zwaar juk op u heeft doen laden, zo zal ik boven uw juk nog daartoe doen; mijn vader heeft u met geselen gekastijd, maar ik zal u met schorpioenen kastijden.
12 Zo kwam Jerobeam en het ganse volk tot Rehabeam op den derden dag, gelijk als de koning gesproken had, zeggende: Komt weder tot mij op den derden dag.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.