1 Koningen 16:33

33 Ook maakte Achab een bos, zodat Achab nog meer deed, om den HEERE, den God Israels, tot toorn te verwekken, dan alle koningen van Israel, die voor hem geweest waren.

1 Koningen 16:33 Meaning and Commentary

1 Kings 16:33

And Ahab made a grove
About the temple of Baal, or elsewhere, in which he placed an idol, and where all manner of filthiness was secretly committed; or rather "Asherah", rendered "grove", is Astarte, the goddess of the Zidonians, an image of which Ahab made:

and Ahab did more to provoke the Lord God of Israel to anger than all
the kings of Israel that were before him:
his idolatries being more open and barefaced, and without any excuse, presence, or colour, as well as more numerous.

1 Koningen 16:33 In-Context

31 En het geschiedde (was het een lichte zaak, dat hij wandelde in de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat?), dat hij nog ter vrouwe nam Izebel, de dochter van Eth-Baal, den koning der Sidoniers, en heenging, en diende Baal, en boog zich voor hem.
32 En hij richtte voor Baal een altaar op, in het huis van Baal, hetwelk hij te Samaria gebouwd had.
33 Ook maakte Achab een bos, zodat Achab nog meer deed, om den HEERE, den God Israels, tot toorn te verwekken, dan alle koningen van Israel, die voor hem geweest waren.
34 In zijn dagen bouwde Hiel, de Betheliet, Jericho; op Abiram, zijn eerstgeborenen zoon heeft hij haar gegrondvest, en op Segub, zijn jongsten zoon, heeft hij haar poorten gesteld; naar het woord des HEEREN, dat Hij door den dienst van Jozua, den zoon van Nun, gesproken had.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.