1 Koningen 21:26

26 En hij deed zeer gruwelijk, wandelende achter de drekgoden; naar alles, wat de Amorieten gedaan hadden, die God voor het aangezicht van de kinderen Israels uit de bezitting verdreven had.

1 Koningen 21:26 Meaning and Commentary

1 Kings 21:26

And he did very abominably in following idols
Which were abominable to the Lord; "dunghill gods", as the Tigurine version:

according to all things as did the Amorites, whom the Lord cast out
before the children of Israel;
meaning the seven nations that formerly inhabited Canaan, but were driven out for their sins, to make way for the children of Israel, of which the Amorites were one, and here put for all the rest.

1 Koningen 21:26 In-Context

24 Die van Achab sterft in de stad, zullen de honden eten; en die in het veld sterft, zullen de vogelen des hemels eten.
25 Doch er was niemand geweest gelijk Achab, die zichzelven verkocht had, om te doen dat kwaad is in de ogen des HEEREN, dewijl Izebel, zijn huisvrouw, hem ophitste.
26 En hij deed zeer gruwelijk, wandelende achter de drekgoden; naar alles, wat de Amorieten gedaan hadden, die God voor het aangezicht van de kinderen Israels uit de bezitting verdreven had.
27 Het geschiedde nu, als Achab deze woorden hoorde, dat hij zijn klederen scheurde, en een zak om zijn vlees legde, en vastte; hij lag ook neder in den zak, en ging langzaam.
28 En het woord des HEEREN geschiedde tot Elia, den Thisbiet, zeggende:
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.