1 Koningen 5:7

7 En het geschiedde, als Hiram de woorden van Salomo gehoord had, dat hij zich zeer verblijdde, en zeide: Gezegend zij de HEERE heden, Die David een wijzen zoon gegeven heeft over dit grote volk!

1 Koningen 5:7 Meaning and Commentary

1 Kings 5:7

And it came to pass, when Hiram heard the words of Solomon,
&c.] The letter read he sent him:

that he rejoiced greatly;
that the friendship which had subsisted between him and David was like to be continued between him and his successor, but chiefly for what follows:

saying, blessed [be] the Lord this day;
or Jehovah, by which he seems to have some knowledge of the true God, the God of Israel, and might worship him, though along with him other deities, as some Heathen princes did:

which hath given unto David a wise son over this great people;
which he perceived by the letter he sent him, and by his solicitous concern to build an house for the worship and honour of God, and by various other things which his ambassadors reported to him they had seen and heard in Solomon's court.

1 Koningen 5:7 In-Context

5 En zie, ik denk voor den Naam van den HEERE, mijn God, een huis te bouwen; gelijk als de HEERE gesproken heeft tot mijn vader David, zeggende: Uw zoon, dien Ik in uw plaats op uw troon zetten zal, die zal Mijn Naam dat huis bouwen.
6 Zo gebied nu, dat men mij cederen uit den Libanon houwe, en mijn knechten zullen met uw knechten zijn, en het loon uwer knechten zal ik u geven, naar al wat gij zeggen zult; want gij weet, dat onder ons niemand is, die weet hout te houwen, gelijk de Sidoniers.
7 En het geschiedde, als Hiram de woorden van Salomo gehoord had, dat hij zich zeer verblijdde, en zeide: Gezegend zij de HEERE heden, Die David een wijzen zoon gegeven heeft over dit grote volk!
8 En Hiram zond tot Salomo, zeggende: Ik heb gehoord, waarom gij tot mij gezonden hebt; ik zal al uw wil doen met het cederenhout, en met het dennenhout.
9 Mijn knechten zullen het afbrengen van den Libanon aan de zee; en ik zal het op vlotten over de zee doen voeren, tot die plaats, die gij aan mij ontbieden zult, en zal het aldaar los maken, en gij zult het wegnemen; gij zult ook mijn wil doen, dat gij mijn huis spijze geeft.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.