1 Kronieken 12:14

14 Dezen waren van de kinderen van Gad, hoofden des heirs; een van de kleinsten was over honderd, en de grootste over duizend.

1 Kronieken 12:14 Meaning and Commentary

1 Chronicles 12:14

These were of the sons of Gad, captains of the host
Of the militia in their own country, and of the men they brought with them; or they were such afterwards in David's army:

one of the least was over one hundred, and the greatest over thousand;
not that they were so when they came, or brought over such a number of men with them under their command; but they were promoted by David, when he came to the throne, to be centurions and chiliarchs; according to Jarchi, the sense is, that the least of them would put to flight and pursue one hundred, and the greatest of them 1000, and so fulfilled the passage in ( Leviticus 26:8 ) .

1 Kronieken 12:14 In-Context

12 Johanan de achtste; Elzabad de negende;
13 Jirmeja de tiende; Machbannai de elfde.
14 Dezen waren van de kinderen van Gad, hoofden des heirs; een van de kleinsten was over honderd, en de grootste over duizend.
15 Deze zelfden zijn het, die over de Jordaan gingen in de eerste maand, toen dezelve vol was aan al haar oevers; en zij verdreven al de inwoners der laagten, tegen het oosten en tegen het westen.
16 Er kwamen ook van de kinderen van Benjamin en Juda op de vesting tot David.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.