1 Kronieken 12:16

16 Er kwamen ook van de kinderen van Benjamin en Juda op de vesting tot David.

1 Kronieken 12:16 Meaning and Commentary

1 Chronicles 12:16

And there came of the men of Benjamin, and of Judah
Besides those before mentioned, ( 1 Chronicles 12:2 ) ,

to the hold unto David;
the same as in ( 1 Chronicles 12:8 ) .

1 Kronieken 12:16 In-Context

14 Dezen waren van de kinderen van Gad, hoofden des heirs; een van de kleinsten was over honderd, en de grootste over duizend.
15 Deze zelfden zijn het, die over de Jordaan gingen in de eerste maand, toen dezelve vol was aan al haar oevers; en zij verdreven al de inwoners der laagten, tegen het oosten en tegen het westen.
16 Er kwamen ook van de kinderen van Benjamin en Juda op de vesting tot David.
17 En David ging uit hun tegemoet, en antwoordde, en zeide tot hen: Indien gijlieden ten vrede tot mij gekomen zijt, om mij te helpen, zo zal mijn hart tegelijk over ulieden zijn; maar indien het is, om mij aan mijn vijanden bedriegelijk over te leveren, daar toch geen wrevel in mijn handen is, de God onzer vaderen zie het, en straffe het!
18 En de Geest toog Amasai aan, den overste der hoofdlieden, en hij zeide: Wij zijn uw, o David, en met u zijn wij, gij, zoon van Isai. Vrede, vrede zij u, en vrede uw helperen; want uw God helpt u. Toen nam David hen aan, en stelde hen tot hoofden der benden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.