1 Kronieken 15:18

18 En met hen hun broeders van de tweede orde: Zecharja, Ben en Jaaziel, en Semiramoth, en Jehiel, en Unni, Eliab, en Benaja, en Maaseja, en Mattithja, en Elifele, en Mikneja, en Obed-Edom, en Jeiel, de poortiers.

1 Kronieken 15:18 Meaning and Commentary

1 Chronicles 15:18

And with them their brethren of the second degree
Who were next unto them, both in office and skill in singing:

the fourteen following, Zechariah, Ben, and Jaaziel, and Shemiramoth,
and Jehiel, and Unni, Eliab, and Benaiah, and Maaseiah, and Mattithiah,
and Elipheleh, and Mikneiah, and Obededom, and Jeiel, the porters;
who, when they were not employed in singing, were doorkeepers of the sanctuary; either they had been porters at the tabernacle in Gibeon, or were so after the ark was placed in the tabernacle David prepared for it.

1 Kronieken 15:18 In-Context

16 En David zeide tot de oversten der Levieten, dat zij hun broeders, de zangers, stellen zouden met muziekinstrumenten, met luiten, en harpen, en cimbalen, dat zij zich zouden doen horen, verheffende de stem met blijdschap.
17 Zo stelden dan de Levieten Heman, den zoon van Joel, en uit zijn broederen Asaf, den zoon van Berechja; en uit de zonen van Merari, hun broederen, Ethan, den zoon van Kusaja;
18 En met hen hun broeders van de tweede orde: Zecharja, Ben en Jaaziel, en Semiramoth, en Jehiel, en Unni, Eliab, en Benaja, en Maaseja, en Mattithja, en Elifele, en Mikneja, en Obed-Edom, en Jeiel, de poortiers.
19 De zangers nu, Heman, Asaf en Ethan, lieten zich horen met koperen cimbalen;
20 En Zecharja, en Aziel, en Semiramoth, en Jehiel, en Unni, en Eliab, en Maaseja, en Benaja, met luiten op Alamoth.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.