1 Kronieken 2:3

3 De kinderen van Juda zijn: Er, en Onan, en Sela; drie zijn er hem geboren van de dochter van Sua, de Kanaanietische; en Er, de eerstgeborene van Juda, was kwaad in de ogen des HEEREN; daarom doodde Hij hem.

1 Kronieken 2:3 Meaning and Commentary

1 Chronicles 2:3

The sons of Judah
The genealogy begins with him, though the fourth son of Jacob; because, as Kimchi says, this book treats chiefly of the kings of Judah; but rather not only because Jesse and David sprang from him, but also the King Messiah:

Er, and Onan, and Shelah, which three were born unto him of the
daughter of Shua the Canaanitess;
see ( Genesis 38:2 Genesis 38:12 ) ,

and Er, the firstborn of Judah, was evil in the sight of the Lord;
because he did that which was evil:

and he slew him;
he died by the immediate hand of God, and so his brother Onan, being wicked also, ( Genesis 38:7 Genesis 38:10 ) .

1 Kronieken 2:3 In-Context

1 Dezen zijn de kinderen van Israel: Ruben, Simeon, Levi en Juda, Issaschar en Zebulon,

2 Dan, Jozef en Benjamin, Nafthali, Gad en Aser.

3 De kinderen van Juda zijn: Er, en Onan, en Sela; drie zijn er hem geboren van de dochter van Sua, de Kanaanietische; en Er, de eerstgeborene van Juda, was kwaad in de ogen des HEEREN; daarom doodde Hij hem.

4 Maar Thamar, zijn schoondochter, baarde hem Perez en Zerah. Al de zonen van Juda waren vijf.

5 De kinderen van Perez waren Hezron en Hamul.