16
Het negentiende voor Petahja, het twintigste voor Jehezkel,
17
Het een en twintigste voor Jachin, het twee en twintigste voor Gamul,
18
Het drie en twintigste voor Delaja, het vier en twintigste voor Maazja.
19
Het ambt van dezen in hun dienst was te gaan in het huis des HEEREN, naar hun ordening door de hand van Aaron, huns vaders; gelijk als hem de HEERE, de God Israels, geboden had.
20
Van de overige kinderen van Levi nu, was van de kinderen van Amram Subael, van de kinderen van Subael was Jechdeja.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.