1 Kronieken 7:13

13 De kinderen van Nafthali waren Jahziel, en Guni, en Jezer, en Sallum, kinderen van Bilha.

1 Kronieken 7:13 Meaning and Commentary

1 Chronicles 7:13

The sons of Naphtali: Jahziel, and Guni, and Jezer, and
Shallum
Called Shillem, ( Genesis 46:24 ) ,

the sons of Bilhah;
Jacob's concubine; her grandsons; for Naphtali, the father of them, was her son; from these sprung so many families, after their names, ( Numbers 26:48 Numbers 26:49 ) .

1 Kronieken 7:13 In-Context

11 Alle dezen waren kinderen van Jediael, tot hoofden der vaderen, kloeke helden, zeventien duizend en tweehonderd, uitgaande in het heir ten strijde.
12 Daartoe Suppim en Huppim waren kinderen van Ir, en Husim, kinderen van Aher.
13 De kinderen van Nafthali waren Jahziel, en Guni, en Jezer, en Sallum, kinderen van Bilha.
14 De kinderen van Manasse waren Asriel, welken de vrouw van Gilead baarde; doch zijn bijwijf, de Syrische, baarde Machir, den vader van Gilead.
15 Machir nu nam tot een vrouw de zuster van Huppim en Suppim, en haar naam was Maacha; en de naam des tweeden was Zelafead. Zelafead nu had dochters.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.