1 Kronieken 7:6

6 De kinderen van Benjamin waren Bela, en Becher, en Jediael; drie.

1 Kronieken 7:6 Meaning and Commentary

1 Chronicles 7:6

The sons of Benjamin; Bela, and Becher, and Jediael, three.
] Benjamin had ten sons, but three only are mentioned first; the latter of these seems to be the same with Ashbel, ( Genesis 46:21 ) .

1 Kronieken 7:6 In-Context

4 En met hen naar hun geslachten, naar hun vaderlijke huizen, waren de hopen des krijgsheirs zes en dertig duizend; want zij hadden vele vrouwen en kinderen.
5 En hun broeders, in alle huisgezinnen van Issaschar, kloeke helden, waren zeven en tachtig duizend, al dezelve in geslachtsregisters gesteld zijnde.
6 De kinderen van Benjamin waren Bela, en Becher, en Jediael; drie.
7 En de kinderen van Bela waren Ezbon, en Uzzi, en Uzziel, en Jerimoth, en Iri; vijf hoofden in de huizen der vaderen, kloeke helden; die, in geslachtsregisters gesteld zijnde, waren twee en twintig duizend en vier en dertig.
8 De kinderen van Becher nu waren Zemira, en Joas, en Eliezer, en Eljoenai, en Omri, en Jeremoth, en Abija, en Anathoth, en Alemeth; deze allen waren kinderen van Becher.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.