1 Kronieken 7:7

7 En de kinderen van Bela waren Ezbon, en Uzzi, en Uzziel, en Jerimoth, en Iri; vijf hoofden in de huizen der vaderen, kloeke helden; die, in geslachtsregisters gesteld zijnde, waren twee en twintig duizend en vier en dertig.

1 Kronieken 7:7 Meaning and Commentary

1 Chronicles 7:7

And the sons of Bela; Ezbon, and Uzzi, and Uzziel, and
Jerimoth, and Iri, five
These are thought by some to be the grandsons of Bela, because of the different names in ( 1 Chronicles 8:3-5 ) ,

heads of the house of their fathers, mighty men of valour;
principal men in their tribe and families, and of great courage:

and were reckoned by their genealogies twenty and two thousand and
thirty and four;
who sprung from these men.

1 Kronieken 7:7 In-Context

5 En hun broeders, in alle huisgezinnen van Issaschar, kloeke helden, waren zeven en tachtig duizend, al dezelve in geslachtsregisters gesteld zijnde.
6 De kinderen van Benjamin waren Bela, en Becher, en Jediael; drie.
7 En de kinderen van Bela waren Ezbon, en Uzzi, en Uzziel, en Jerimoth, en Iri; vijf hoofden in de huizen der vaderen, kloeke helden; die, in geslachtsregisters gesteld zijnde, waren twee en twintig duizend en vier en dertig.
8 De kinderen van Becher nu waren Zemira, en Joas, en Eliezer, en Eljoenai, en Omri, en Jeremoth, en Abija, en Anathoth, en Alemeth; deze allen waren kinderen van Becher.
9 Dezen nu in geslachtsregisters gesteld zijnde, naar hun geslachten, hoofden der huizen hunner vaderen, kloeke helden, waren twintig duizend en tweehonderd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.