1 Kronieken 9:26

26 Want in dat ambt waren vier overste poortiers, die Levieten waren; en zij waren over de kameren en over de schatten van het huis Gods.

1 Kronieken 9:26 Meaning and Commentary

1 Chronicles 9:26

For these Levites, the four chief porters, were in their set
office
The four chief porters who were over all the two hundred and twelve, and had one over them, ( 1 Chronicles 9:17 ) , these were never changed, nor went into the country villages; but were always upon the spot, and in their office, superintending the rest:

and were over the chambers and treasuries of the house of God;
see ( 1 Chronicles 26:20 ) .

1 Kronieken 9:26 In-Context

24 Die poortiers waren aan de vier winden, tegen het oosten, tegen het westen, tegen het noorden, en tegen het zuiden.
25 En hun broeders waren op hun dorpen, inkomende ten zevenden dage van tijd tot tijd, om met hen te dienen;
26 Want in dat ambt waren vier overste poortiers, die Levieten waren; en zij waren over de kameren en over de schatten van het huis Gods.
27 En zij bleven over nacht rondom het huis Gods; want op hen was de wacht, en zij waren over de opening, en dat allen morgen.
28 En enigen van hen waren over de vaten van den dienst; want bij getal droegen zij ze in, en bij getal droegen zij ze uit.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.