1 Kronieken 9:27

27 En zij bleven over nacht rondom het huis Gods; want op hen was de wacht, en zij waren over de opening, en dat allen morgen.

1 Kronieken 9:27 Meaning and Commentary

1 Chronicles 9:27

And they lodged round about the house of God
In chambers on the outward wall about it, that they might be near to do their office:

because the charge was upon them;
to guard the house:

and the opening thereof every morning pertained to them;
that is, the opening of the doors of the mountain of the house, and the court of women; for as for others, that appertained to the priests, as Dr. Lightfoot F21 observes; under the second temple, it is said F23, Ben Geber was over the shutting of the gates in the evening, and so of opening in the morning.


FOOTNOTES:

F21 Temple-Service, c. 7. sect. 1.
F23 Misn. Shekalim, c. 5. sect. 1.

1 Kronieken 9:27 In-Context

25 En hun broeders waren op hun dorpen, inkomende ten zevenden dage van tijd tot tijd, om met hen te dienen;
26 Want in dat ambt waren vier overste poortiers, die Levieten waren; en zij waren over de kameren en over de schatten van het huis Gods.
27 En zij bleven over nacht rondom het huis Gods; want op hen was de wacht, en zij waren over de opening, en dat allen morgen.
28 En enigen van hen waren over de vaten van den dienst; want bij getal droegen zij ze in, en bij getal droegen zij ze uit.
29 Want uit dezelve zijn er besteld over de vaten, en over al de heilige vaten, en over de meelbloem, en wijn, en olie, en wierook, en specerij.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.