1 Samuël 1:23

23 En Elkana, haar man, zeide tot haar: Doe, wat goed is in uw ogen; blijf, totdat gij hem zult gespeend hebben; de HEERE bevestige naar Zijn woord! Alzo bleef de vrouw, en zoogde haar zoon, totdat zij hem speende.

1 Samuël 1:23 Meaning and Commentary

1 Samuel 1:23

And Elkanah her husband said unto her, do what seemeth thee
good
He spake like a kind and indulgent husband, knowing that she would not thereby break any law of God; and it might be more for her own health, and the health of the child, to stay longer:

tarry till thou have weaned him;
when he would be more fit for the journey, and to be left behind:

only the Lord establish his word;
which some understand of the prophecy of Eli that God would grant her request, which being delivered under the direction of the Spirit of God, is called his word; but this was already fulfilled, and established by Hannah's bearing a son: or the word "his" refers not to the Lord, but to Samuel, and so may respect the word which his mother spake concerning him; either when she made her vow, as Abendana, that he should be a perpetual Nazarite, and the Lord's as long as he lived: and so Elkanah wishes that he might have health and grow strong, and be fit for the service of the Lord, and live many years to perform it; or what she had just now said, as Abarbinel, that he should abide in the house of God for ever, or as long as he lived:

so the woman abode;
at home, while Elkanah and his family went up to Shiloh:

and gave her son suck until she weaned him;
did not put him out to a wet or dry nurse, but suckled him herself with what nature had provided for his nourishment, as becomes women to do, if their circumstances of health, and the provisions of nature, will admit of it.

1 Samuël 1:23 In-Context

21 En die man, Elkana toog op met zijn ganse huis, om den HEERE te offeren het jaarlijkse offer, en zijn gelofte.

22 Doch Hanna toog niet op; maar zij zeide tot haar man: Als de jongen gespeend is, dan zal ik hem brengen, dat hij voor het aangezicht des HEEREN verschijne, en blijve daar tot in eeuwigheid.

23 En Elkana, haar man, zeide tot haar: Doe, wat goed is in uw ogen; blijf, totdat gij hem zult gespeend hebben; de HEERE bevestige naar Zijn woord! Alzo bleef de vrouw, en zoogde haar zoon, totdat zij hem speende.

24 Daarna, als zij hem gespeend had, bracht zij hem met zich opwaarts, met drie varren, en een efa meels, en een fles met wijn; en zij bracht hem in het huis des HEEREN te Silo; en het jongsken was zeer jong.

25 En zij slachtten een var; alzo brachten zij het kind tot Eli.