1 Samuël 19:4

4 Zo sprak dan Jonathan goed van David tot zijn vader Saul; en hij zeide tot hem: De koning zondige niet tegen zijn knecht David, omdat hij tegen u niet gezondigd heeft, en omdat zijn daden voor u zeer goed zijn.

1 Samuël 19:4 Meaning and Commentary

1 Samuel 19:4

And Jonathan spake good of David unto Saul his father
Observed to him what a good man be was, and what good things he had done, what wisdom and prudence he had shown in the management of all his affairs, what valour and courage in all his expeditions, what faithfulness and integrity to his king and country in every instance:

and said unto him, let not the king sin against his servant, against
David;
by taking away his life; which would have been a great sin indeed, a sin against the law of God, which forbids murder, and which would have been attended with sad aggravations of cruelty and ingratitude:

because he hath not sinned against thee;
had not disobeyed any of his orders, but faithfully served him in everything, and much less ever thought to take away his life, or seize his crown, as he might imagine:

and because his works [have been] to thee-ward very good;
by slaying the Philistines, when he and his army were in the utmost terror; by driving away the evil spirit from him, through playing on his harp before him; as well as by commanding his troops, and leading them against the Philistines, and obtaining victory over them.

1 Samuël 19:4 In-Context

2 En Jonathan verkondigde het David, zeggende: Mijn vader Saul zoekt u te doden; nu dan, wacht u toch des morgens, en blijf in het verborgene, en versteek u.
3 Doch ik zal uitgaan, en aan de hand mijns vaders staan op het veld, waar gij zult zijn; en ik zal van u tot mijn vader spreken, en zal zien wat het zij; dat zal ik u verkondigen.
4 Zo sprak dan Jonathan goed van David tot zijn vader Saul; en hij zeide tot hem: De koning zondige niet tegen zijn knecht David, omdat hij tegen u niet gezondigd heeft, en omdat zijn daden voor u zeer goed zijn.
5 Want hij heeft zijn ziel in zijn hand gezet, en hij heeft den Filistijn geslagen, en de HEERE heeft een groot heil aan het ganse Israel gedaan; gij hebt het gezien, en gij zijt verblijd geweest; waarom zoudt gij dan tegen onschuldig bloed zondigen, David zonder oorzaak dodende?
6 Saul nu hoorde naar de stem van Jonathan; en Saul zwoer: zo waarachtig als de HEERE leeft, hij zal niet gedood worden!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.