1 Samuël 25:28

28 Vergeef toch aan uw dienstmaagd de overtreding, want de HEERE zal zekerlijk mijn heer een bestendig huis maken, dewijl mijn heer de oorlogen des HEEREN oorloogt, en geen kwaad bij u gevonden is van uw dagen af.

1 Samuël 25:28 Meaning and Commentary

1 Samuel 25:28

I pray thee, forgive the trespass of thine handmaid
The trespasses, as the Targum, either the sin of her husband, she had taken upon herself, or her boldness in troubling him with her petitions and solicitations, and even with the present she had brought:

for the Lord will certainly make my lord a sure house;
or a firm kingdom, as the Targum; would raise him to the kingdom of Israel, and establish it in his posterity, that it should not be taken from him, as it would be from Saul:

because my lord fighteth the battles of the Lord;
the battles of the people of the Lord, as the Targum, of the people of Israel against the Philistines; which he had often done with success, the Lord being with him, and prospering him and therefore would firmly settle him on the throne, and continue the kingdom in his posterity:

and evil hath not been found in thee [all] thy days;
no unjust action had been committed by him against his king and country, however he had been reproached and calumniated; and she hoped that therefore none would be done by him now to stain so fair a character.

1 Samuël 25:28 In-Context

26 En nu, mijn heer! zo waarachtig als de HEERE leeft, en uw ziel leeft, het is de HEERE, Die u verhinderd heeft van te komen met bloedstorting, dat uw hand u zou verlossen; en nu, dat als Nabal worden uw vijanden, en die tegen mijn heer kwaad zoeken!

27 En nu, dit is de zegen, dien uw dienstmaagd mijn heer toegebracht heeft, dat hij gegeven worde den jongelingen, die mijns heren voetstappen nawandelen.

28 Vergeef toch aan uw dienstmaagd de overtreding, want de HEERE zal zekerlijk mijn heer een bestendig huis maken, dewijl mijn heer de oorlogen des HEEREN oorloogt, en geen kwaad bij u gevonden is van uw dagen af.

29 Wanneer een mens opstaan zal om u te vervolgen, en om uw ziel te zoeken, zo zal de ziel mijns heren ingebonden zijn in het bundeltje der levenden bij den HEERE, uw God; maar de ziel uwer vijanden zal Hij slingeren uit het midden van de holligheid des slingers.

30 En het zal geschieden, als de HEERE mijn heer naar al het goede doen zal, dat Hij over u gesproken heeft, en Hij u gebieden zal een voorganger te zijn over Israel;