1 Samuël 26:13

13 Toen David over aan gene zijde gekomen was, zo stond hij op de hoogte des bergs van verre, dat er een grote plaats tussen hen was.

1 Samuël 26:13 Meaning and Commentary

1 Samuel 26:13

Then David went over to the other side
To a hill on the other side, opposite to Hachilah, where Saul lay encamped; or "passed over the passage" ^F17, the valley that lay between the two hills, and perhaps passed over a brook that ran in the valley, which is not unusual; so Josephus ^F18 says, that he went over a brook and came to the top of a mountain:

and stood on the top of an hill afar off;
he chose the top of an hill, that his voice might be heard at a distance, as it might in a clear air, and still night; and to be afar off, that he might the better make his escape, should an attempt be made to pursue him:

a great space [being] between them;
a large valley lying between the two hills.

---

FOOTNOTES:

F17 (rbeh rbeyw) "et transivit transitum", Montanus.
F18 Antiqu. l. 6. c. 13. sect. 9.

1 Samuël 26:13 In-Context

11 De HEERE late het verre van mij zijn, dat ik mijn hand legge aan den gezalfde des HEEREN! zo neem toch nu de spies, die aan zijn hoofdeinde is, en de waterfles, en laat ons gaan.

12 Zo nam David de spies en de waterfles van Sauls hoofdeinde, en zij gingen heen; en er was niemand, die het zag, en niemand, die het merkte, ook niemand, die ontwaakte; want zij sliepen allen; want er was een diepe slaap des HEEREN op hen gevallen.

13 Toen David over aan gene zijde gekomen was, zo stond hij op de hoogte des bergs van verre, dat er een grote plaats tussen hen was.

14 En David riep tot het volk, en tot Abner, den zoon van Ner, zeggende: Zult gij niet antwoorden, Abner? Toen antwoordde Abner en zeide: Wie zijt gij, die tot den koning roept?

15 Toen zeide David tot Abner: Zijt gij niet een man, en wie is u gelijk in Israel? Waarom dan hebt gij over uw heer, den koning, geen wacht gehouden? Want daar is een van het volk gekomen, om den koning, uw heer, te verderven.