1 Samuël 28:21

21 De vrouw nu kwam tot Saul, en zag, dat hij zeer verbaasd was; en zij zeide tot hem: Zie, uw dienstmaagd heeft naar uw stem gehoord, en ik heb mijn ziel in mijn hand gesteld, en ik heb uw woorden gehoord, die gij tot mij gesproken hebt.

1 Samuël 28:21 Meaning and Commentary

1 Samuel 28:21

And the woman came unto Saul
Having left him and the apparition in a room by themselves to converse together, and perhaps on hearing him fall to the ground came in:

and saw that he was sore troubled:
by his lying on the ground, and the agonies he seemed to be in, and the uneasiness that sat upon his countenance:

and said unto him, behold, thine handmaid hath obeyed thy voice;
in divining by her familiar spirit for him, and in bringing up Samuel to him, as he desired:

and I have put my life in my hand;
exposed it to the utmost danger, since a person of her profession, and token in the exercise of it, was punishable with death; and especially she was in the greater danger, as it was Saul himself, who had by an edict expelled all such persons from his dominions, who now employed her, as she perceived:

and have hearkened unto thy words which thou spakest unto me:
to the oath he had taken, that no hurt should come to her, which she confided in, and relied upon, and to what he bid her do, according to her art of divination.

1 Samuël 28:21 In-Context

19 En de HEERE zal ook Israel met u in de hand der Filistijnen geven, en morgen zult gij en uw zonen bij mij zijn; ook zal de HEERE het leger van Israel in de hand der Filistijnen geven.
20 Toen viel Saul haastelijk ter aarde, zo lang als hij was, en hij vreesde zeer vanwege de woorden van Samuel; ook was er geen kracht in hem; want hij had den gehelen dag en den gehelen nacht geen brood gegeten.
21 De vrouw nu kwam tot Saul, en zag, dat hij zeer verbaasd was; en zij zeide tot hem: Zie, uw dienstmaagd heeft naar uw stem gehoord, en ik heb mijn ziel in mijn hand gesteld, en ik heb uw woorden gehoord, die gij tot mij gesproken hebt.
22 Zo hoor toch gij nu ook naar de stem uwer dienstmaagd, en laat mij een bete broods voor u zetten, en eet; zo zal er kracht in u zijn, dat gij over weg gaat.
23 Doch hij weigerde het, en zeide: Ik zal niet eten. Maar zijn knechten, en ook de vrouw, hielden bij hem aan. Toen hoorde hij naar hun stem, en hij stond op van de aarde, en zette zich op het bed.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.