1 Samuël 8:1

1 Het geschiedde nu, toen Samuel oud geworden was, zo stelde hij zijn zonen tot richters over Israel.

1 Samuël 8:1 Meaning and Commentary

1 Samuel 8:1

And it came to pass, when Samuel was old
The common notion of the Jews is, that he lived but fifty two years F20; when a man is not usually called an old man, unless the infirmities of old age came upon him sooner than they commonly do, through his indefatigable labours from his childhood, and the cares and burdens of government he had long bore; though some think he was about sixty years of age; and Abarbinel is of opinion that he was more than seventy. It is a rule with the Jews F21, that a man is called an old man at sixty, and a grey headed man at seventy:

that he made his sons judges over Israel;
under himself, not being able through old age to go the circuits he used; he sent them, and appointed them to hear and try causes in his stead, or settled them in some particular places in the land, and, as it seems by what follows, at Beersheba; though whether that was under his direction, or was their own choice, is not certain.


FOOTNOTES:

F20 Seder Olam Rabba, ut supra. (c. 13. p. 35.)
F21 Pirke Abot, c. 5. sect. 21.

1 Samuël 8:1 In-Context

1 Het geschiedde nu, toen Samuel oud geworden was, zo stelde hij zijn zonen tot richters over Israel.
2 De naam van zijn eerstgeborenen zoon nu was Joel, en de naam van zijn tweeden was Abia; zij waren richters te Ber-seba.
3 Doch zijn zonen wandelden niet in zijn wegen; maar zij neigden zich tot de gierigheid, en namen geschenken, en bogen het recht.
4 Toen vergaderden zich alle oudsten van Israel, en zij kwamen tot Samuel te Rama;
5 En zij zeiden tot hem: Zie, gij zijt oud geworden, en uw zonen wandelen niet in uw wegen; zo zet nu een koning over ons, om ons te richten, gelijk al de volken hebben.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.