1 Samuël 9:16

16 Morgen omtrent dezen tijd zal Ik tot u zenden een man uit het land van Benjamin, dien zult gij ten voorganger zalven over Mijn volk Israel; en hij zal Mijn volk verlossen uit der Filistijnen hand, want Ik heb Mijn volk aangezien, dewijl deszelfs geroep tot Mij gekomen is.

1 Samuël 9:16 Meaning and Commentary

1 Samuel 9:16

Tomorrow about this time I will send thee a man out of the
land of Benjamin
Who without any thought or design of his own, but merely directed by the providence of God, should come to him, not expecting a kingdom; at most only to hear of his father's asses, and which way he should take to find them; missing the finding of which would and did bring him thither:

and thou shalt anoint him to be captain over my people Israel;
the leader, ruler, and governor of them; to which high office he was to be appointed by pouring oil upon him, and was the first king on whom this ceremony was performed, and from whence he was called the Lord's anointed:

that he may save my people out of the hands of the Philistines;
who, since Samuel was grown old, made encroachments upon them, built garrisons on their borders, and made, it is very probable, incursions upon them, and ravages and oppressions of them:

for I have looked upon my people;
with an eye of pity and compassion:

because their cry is come unto me;
by reason of the oppressions of the Philistines, and the war they were threatened with by the Ammonites; though Abarbinel thinks this refers to their importunate cry, supplication, and request to have a king set over them.

1 Samuël 9:16 In-Context

14 Alzo gingen zij op in de stad. Toen zij in het midden der stad kwamen, ziet, zo ging Samuel uit hun tegemoet, om op te gaan naar de hoogte.
15 Want de HEERE had het voor Samuels oor geopenbaard, een dag eer Saul kwam, zeggende:
16 Morgen omtrent dezen tijd zal Ik tot u zenden een man uit het land van Benjamin, dien zult gij ten voorganger zalven over Mijn volk Israel; en hij zal Mijn volk verlossen uit der Filistijnen hand, want Ik heb Mijn volk aangezien, dewijl deszelfs geroep tot Mij gekomen is.
17 Toen Samuel Saul aanzag, zo antwoordde hem de HEERE: Zie, dit is de man, van welken Ik u gezegd heb: Deze zal over Mijn volk heersen.
18 En Saul naderde tot Samuel in het midden der poort, en zeide: Wijs mij toch, waar is hier het huis des zieners?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.