1 Thessalonicenzen 1:6

6 En gij zijt onze navolgers geworden, en des Heeren, het Woord aangenomen hebbende in vele verdrukking, met blijdschap des Heiligen Geestes;

1 Thessalonicenzen 1:6 Meaning and Commentary

1 Thessalonians 1:6

And ye became followers of us, and of the Lord
So far followers of them as they were of Christ, in embracing the Gospel, submitting to the ordinances of it, professing the name of Christ, and suffering for his sake; the Alexandrian copy reads, "of God", and others, "of Christ":

having received the word;
the Gospel, the word of truth, peace, and righteousness, and of salvation by Christ; which they received not as the word of man, but of God; and that

in much affliction;
referring to the uproar made by the baser sort of people, instigated by the unbelieving Jews, and the trouble they gave to Jason and other brethren, mentioned in ( Acts 17:1 Acts 17:5-9 ) and this is a considerable commendation of them, that at a time when others were offended and fell off from hearing the word, and a profession of the Gospel, they should receive it, and that

with much joy of the Holy Ghost;
not with a carnal joy, or with a mere flash of natural affection, as in the stony ground hearers, and in the Jews, who rejoiced for a while in John's ministry, and in Herod, who sometimes heard him gladly; but with a spiritual joy of the Holy Ghost's producing in them, applying the word with power to them, giving them a spiritual gust of it, and pleasure in it, raising in their souls a joy upon the most solid foundation.

1 Thessalonicenzen 1:6 In-Context

4 Wetende, geliefde broeders, uw verkiezing van God;

5 Want ons Evangelie is onder u niet alleen in woorden geweest, maar ook in kracht, en in den Heiligen Geest, en in vele verzekerdheid; gelijk gij weet, hoedanigen wij onder u geweest zijn om uwentwil.

6 En gij zijt onze navolgers geworden, en des Heeren, het Woord aangenomen hebbende in vele verdrukking, met blijdschap des Heiligen Geestes;

7 Alzo dat gij voorbeelden geworden zijt al den gelovigen in Macedonie en Achaje.

8 Want van u is het Woord des Heeren luidbaar geworden niet alleen in Macedonie en Achaje; maar ook in alle plaatsen is uw geloof, dat gij op God hebt, uitgegaan, zodat wij niet van node hebben, iets daarvan te spreken.