2 Koningen 13:3

3 Daarom ontstak des HEEREN toorn tegen Israel; en Hij gaf hen in de hand van Hazael, den koning van Syrie, en in de hand van Benhadad, den zoon van Hazael, al die dagen.

2 Koningen 13:3 Meaning and Commentary

2 Kings 13:3

And the anger of the Lord was kindled against Israel
They doing as their kings did:

and he delivered them into the hand of Hazael king of Syria, and into
the hand of Benhadad the son of Hazael, all [their] days;
the word "their" should not be supplied, since it was not true that Israel was delivered into the hands of both those kings of Syria as long as they lived; for they were delivered out of the hands of Benhadad, ( 2 Kings 13:25 ) , but the word "his" should be inserted for it as to be understood of the days of Jehoahaz, see ( 2 Kings 13:22 ) .

2 Koningen 13:3 In-Context

1 In het drie en twintigste jaar van Joas, den zoon van Ahazia, den koning van Juda, werd Joahaz, de zoon van Jehu, koning over Israel, te Samaria, en regeerde zeventien jaren.
2 En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; want hij wandelde na de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen deed; hij week daarvan niet af.
3 Daarom ontstak des HEEREN toorn tegen Israel; en Hij gaf hen in de hand van Hazael, den koning van Syrie, en in de hand van Benhadad, den zoon van Hazael, al die dagen.
4 Doch Joahaz bad des HEEREN aangezicht ernstelijk aan; en de HEERE verhoorde hem; want Hij zag de verdrukking van Israel, dat de koning van Syrie hen verdrukte.
5 (Zo gaf de HEERE Israel een verlosser, dat zij van onder de hand der Syriers uitkwamen; en de kinderen Israels woonden in hun tenten, als te voren.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.