2 Koningen 16:11

11 En Uria, de priester, bouwde een altaar, naar alles, wat de koning Achaz van Damaskus ontboden had; alzo deed de priester Uria, tegen dat de koning Achaz van Damaskus kwam.

2 Koningen 16:11 Meaning and Commentary

2 Kings 16:11

And Urijah the priest built an altar according to all that
King Ahaz had sent from Damascus
Exactly according to the size, form, figure, and carved work of it, though expressly contrary to the command of God; which fixed both the form and matter of the altar of God, with everything appertaining to it, which he, being high priest, could not be ignorant of, ( Exodus 27:1 ) but he was a timeserver, and sought to curry favour with his prince:

so Urijah the priest made it against King Ahaz came from Damascus;
both king and priest were in haste to have this altar made. Ahaz could not stay till he came home, but sent directions about it from Damascus, and the priest was so expeditious in observing his commands, that he got it done before he came thence to Jerusalem.

2 Koningen 16:11 In-Context

9 Zo hoorde de koning van Assyrie naar hem; want de koning van Assyrie toog op tegen Damaskus, en nam haar in, en voerde hen gevankelijk naar Kir, en hij doodde Rezin.
10 Toen toog de koning Achaz Tiglath-Pilezer, den koning van Assyrie, tegemoet, naar Damaskus; en gezien hebbende een altaar, dat te Damaskus was, zo zond de koning Achaz aan den priester Uria de gelijkenis van het altaar, en zijn afbeelding, naar zijn ganse maaksel.
11 En Uria, de priester, bouwde een altaar, naar alles, wat de koning Achaz van Damaskus ontboden had; alzo deed de priester Uria, tegen dat de koning Achaz van Damaskus kwam.
12 Als nu de koning van Damaskus gekomen was, zag de koning het altaar; en de koning naderde tot het altaar, en offerde daarop.
13 En hij stak zijn brandoffer aan, en zijn spijsoffer, en goot zijn drankoffer en sprengde het bloed zijner dankofferen op dat altaar.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.