2 Koningen 7:6

6 Want de HEERE had het heir der Syriers doen horen een geluid van wagenen, en een geluid van paarden, het geluid ener grote heirkracht; zodat zij zeiden de een tot den ander: Zie, de koning van Israel heeft tegen ons gehuurd de koningen der Hethieten, en de koningen der Egyptenaren, om tegen ons te komen.

2 Koningen 7:6 Meaning and Commentary

2 Kings 7:6

For the Lord had made the host of the Syrians to hear a noise
of chariots, and a noise of horses, even the noise of a great host,
&c.] Or of many armies, as the Targum; either in the air by the ministry of angels; or the Lord so wrought upon their imagination, that they fancied they heard such noises; or he caused such noises in their ears:

and they said one to another, lo, the king of Israel hath hired against
us the kings of the Hittites;
one of the nations of the Canaanites, and may be here put for the whole of those that remained, and who lived upon the borders of the land of Israel; though Josephus F25 has it, the kings of the isles; that is, of Chittim, see ( Jeremiah 2:10 )

and the kings of the Egyptians, to come upon us;
Egypt being now divided into petty kingdoms; or else the governors of the several nomes or districts of it are here meant: for the king of Israel to hire these kings was very unlikely in his present circumstances; but those unreasonable things, in their panic, their imaginations suggested to them.


FOOTNOTES:

F25 Ut supra, (Antiqu. l. 9. c. 4.) sect. 5.

2 Koningen 7:6 In-Context

4 Indien wij zeggen: Laat ons in de stad komen, zo is de honger in de stad, en wij zullen daar sterven, en indien wij hier blijven, wij zullen ook sterven; nu dan, komt, en laat ons in het leger der Syriers vallen; indien zij ons laten leven, wij zullen leven; en indien zij ons doden, wij zullen maar sterven.
5 En zij stonden op in de schemering, om in het leger der Syriers te komen. Toen zij aan het uiterste van het leger der Syriers kwamen, ziet, toen was er niemand.
6 Want de HEERE had het heir der Syriers doen horen een geluid van wagenen, en een geluid van paarden, het geluid ener grote heirkracht; zodat zij zeiden de een tot den ander: Zie, de koning van Israel heeft tegen ons gehuurd de koningen der Hethieten, en de koningen der Egyptenaren, om tegen ons te komen.
7 Derhalve hadden zij zich opgemaakt, en waren in de schemering gevloden, en hadden hun tenten gelaten, en hun paarden, en hun ezelen, het leger gelijk als het was; en waren gevloden om huns levens wil.
8 Als nu deze melaatsen aan het uiterste des legers kwamen, zo gingen zij in een tent, en aten en dronken, en namen van daar zilver, en goud, en klederen, en gingen henen, en verborgen het; daarna keerden zij weder, en kwamen in een andere tent, namen van daar ook, en gingen henen, en verborgen het.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.