2 Kronieken 2:3

3 En Salomo zond tot Huram, den koning van Tyrus, zeggende: Gelijk als gij met mijn vader David gedaan hebt, en hebt hem cederen gezonden, om voor hem een huis te bouwen, om daarin te wonen, zo doe ook met mij.

2 Kronieken 2:3 Meaning and Commentary

2 Chronicles 2:3

And Solomon sent to Huram king of Tyre
The same with Hiram, ( 1 Kings 5:1 ) and from whence it appears, that Huram first sent a letter to Solomon to congratulate him on his accession to the throne, which is not taken notice of here:

as thou didst deal with my father, and didst send him cedars to
build him an house to dwell therein;
see ( 1 Chronicles 14:1 ) , even so deal with me; which words are a supplement.

2 Kronieken 2:3 In-Context

1 Salomo nu dacht voor den Naam des HEEREN een huis te bouwen, en een huis voor zijn koninkrijk.
2 En Salomo telde zeventig duizend lastdragende mannen, en tachtig duizend mannen, die houwen zouden in het gebergte; mitsgaders drie duizend en zeshonderd opzieners over dezelve.
3 En Salomo zond tot Huram, den koning van Tyrus, zeggende: Gelijk als gij met mijn vader David gedaan hebt, en hebt hem cederen gezonden, om voor hem een huis te bouwen, om daarin te wonen, zo doe ook met mij.
4 Zie, ik zal een huis voor den Naam des HEEREN, mijns Gods, bouwen, om Hem te heiligen, om reukwerk der welriekende specerijen voor Zijn aangezicht aan te steken, en voor de toerichting des gedurigen broods, en voor de brandofferen des morgens en des avonds, op de sabbatten, en op de nieuwe maanden, en op de gezette hoogtijden des HEEREN, onzes Gods; hetwelk voor eeuwig is in Israel.
5 En het huis, dat ik zal bouwen, zal groot zijn; want onze God is groter dan alle goden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.