2 Kronieken 21:12

12 Zo kwam een schrift tot hem van den profeet Elia, zeggende: Alzo zegt de HEERE, de God van uw vader David: Omdat gij in de wegen van uw vader Josafat, en in de wegen van Asa, den koning van Juda, niet gewandeld hebt;

2 Kronieken 21:12 Meaning and Commentary

2 Chronicles 21:12

And there came a writing to him from Elijah the prophet
Not what was written by him after his ascension to heaven, and from thence came to Jehoram, even seven years after that, as say some Jewish writers F26; nor was it a writing from another person of the same name in those times, since of such an one we nowhere read; nor from Elisha bearing the name of Elijah, having a double portion of his spirit on him, since he is never so called; but this was a writing of Elijah's before his ascension, who, foreseeing by a spirit of prophecy what Jehoram would be guilty of, wrote this, and gave it to one of the prophets, as Kimchi suggests, and most probably to Elisha, to communicate it to him at a proper time; and who might, as the above writer intimates, think it came immediately from heaven: saying, thus saith the Lord God of David thy father;
and from whose God he had departed, and to which ancestor of his he was so much unlike: because thou hast not walked in the ways of Jehoshaphat thy father, nor
in the ways of Asa king of Judah;
neither trod in the steps of his father nor grandfather.


FOOTNOTES:

F26 Seder Olam Rabba, c. 17. Ganz. Tzemach David, par. 1. fol. 12. 1. A. M. 3050.

2 Kronieken 21:12 In-Context

10 Evenwel vielen de Edomieten af van onder het gebied van Juda, tot op dezen dag; toen ter zelfder tijd viel Libna af, van onder zijn gebied, want hij had den HEERE, den God zijner vaderen, verlaten.
11 Ook maakte hij hoogten op de bergen van Juda; en hij deed de inwoners van Jeruzalem hoereren, ja, hij dreef Juda daartoe.
12 Zo kwam een schrift tot hem van den profeet Elia, zeggende: Alzo zegt de HEERE, de God van uw vader David: Omdat gij in de wegen van uw vader Josafat, en in de wegen van Asa, den koning van Juda, niet gewandeld hebt;
13 Maar hebt gewandeld in den weg der koningen van Israel, en hebt Juda en de inwoners van Jeruzalem doen hoereren, achtervolgens het hoereren van het huis van Achab; en ook uw broederen, van uws vaders huis, gedood hebt, die beter waren dan gij;
14 Zie, de HEERE zal u plagen met een grote plage aan uw volk, en aan uw kinderen, en aan uw vrouwen, en aan al uw have.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.