2 Kronieken 22:1

1 En de inwoners van Jeruzalem maakten Ahazia, zijn kleinsten zoon, koning in zijn plaats; want een bende, die met de Arabieren in het leger gekomen was, had al de eersten gedood. Ahazia dan, de zoon van Joram, de koning van Juda, regeerde.

2 Kronieken 22:1 Meaning and Commentary

2 Chronicles 22:1

And the inhabitants of Jerusalem made Ahaziah his youngest
son king in his stead
He being the only surviving one of the sons of Jehoram, the same with Jehoahaz, ( 2 Chronicles 21:17 ) who was saved when the rest were taken captive and slain, by his mother Athaliah, and he made his escape, and that she also escaped is clear from ( 2 Chronicles 22:10 )

for the band of men that came with the Arabians to the camp;
that is, of the Philistines, ( 2 Chronicles 21:16 ) , which band seems to be a band or company of thieves and robbers, as the Septuagint, cruel and barbarous, as the action ascribed to them shows:

[for they] had slain all the eldest;
sons of Jehoram; the Philistines and Arabians only carried them away captives, but those slew them in cold blood:

so Ahaziah the son of Jehoram king of Judah reigned;
being declared his successor by the inhabitants of Jerusalem.

2 Kronieken 22:1 In-Context

1 En de inwoners van Jeruzalem maakten Ahazia, zijn kleinsten zoon, koning in zijn plaats; want een bende, die met de Arabieren in het leger gekomen was, had al de eersten gedood. Ahazia dan, de zoon van Joram, de koning van Juda, regeerde.
2 Twee en veertig jaar was Ahazia oud, toen hij koning werd, en hij regeerde een jaar te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Athalia, een dochter van Omri.
3 Hij wandelde ook in de wegen van het huis van Achab; want zijn moeder was zijn raadgeefster, om goddelooslijk te handelen.
4 En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, gelijk het huis van Achab; want zij waren zijn raadgevers, na den dood zijns vaders, hem ten verderve.
5 Hij wandelde ook in hun raad, en toog henen met Joram, den zoon van Achab, den koning van Israel, tot den strijd tegen Hazael, den koning van Syrie, bij Ramoth in Gilead; en de Syriers sloegen Joram.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.