2 Kronieken 22:7

7 De vertreding nu van Ahazia was van God, dat hij tot Joram kwam; want als hij gekomen was, toog hij met Joram uit tot Jehu, den zoon van Nimsi, denwelken de HEERE gezalfd had, om het huis van Achab uit te roeien.

2 Kronieken 22:7 Meaning and Commentary

2 Chronicles 22:7

And the destruction of Ahaziah was of God by coming to Joram,
&c.] Of his appointing; it was according to his purpose and decree, and was brought about by his overruling Providence, ordering the occasion and manner of it very justly for his sins:

for when he was come, he went out with Jehoram against Jehu the son of
Nimshi;
see ( 2 Kings 9:21 ) ,

whom the Lord had anointed to cut off the house of Ahab;
raised up to be king of Israel for that purpose, ( 2 Kings 9:6-8 ) , the Targum is,

``whom Elijah anointed by the command of the Word of the Lord;''

but it was not Elijah, but a prophet by the order of Elisha, that anointed him, ( 2 Kings 9:1 2 Kings 9:2 ) , and this being done by direction of the Lord, is ascribed to him.

2 Kronieken 22:7 In-Context

5 Hij wandelde ook in hun raad, en toog henen met Joram, den zoon van Achab, den koning van Israel, tot den strijd tegen Hazael, den koning van Syrie, bij Ramoth in Gilead; en de Syriers sloegen Joram.
6 En hij keerde weder om zich te laten genezen te Jizreel; want hij had wonden, die men hem bij Rama geslagen had, als hij streed tegen Hazael, den koning van Syrie; en Azarja, de zoon van Joram, den koning van Juda, kwam af, om Joram, den zoon van Achab, te Jizreel te bezien, want hij was krank.
7 De vertreding nu van Ahazia was van God, dat hij tot Joram kwam; want als hij gekomen was, toog hij met Joram uit tot Jehu, den zoon van Nimsi, denwelken de HEERE gezalfd had, om het huis van Achab uit te roeien.
8 Zo geschiedde het, als Jehu het oordeel uitvoerde tegen het huis van Achab, dat hij de vorsten van Juda en de zonen der broederen van Ahazia, die Ahazia dienden, vond, en die doodde.
9 Daarna zocht hij Ahazia, en zij kregen hem (want hij was verstoken in Samaria), en zij brachten hem tot Jehu, en zij doodden hem, en begroeven hem; want zij zeiden: Hij is de zoon van Josafat, die den HEERE met zijn ganse hart gezocht heeft. Zo had het huis van Ahazia niemand, die kracht behield tot het koninkrijk.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.