2 Kronieken 24:18

18 Zo verlieten zij het huis des HEEREN, des Gods hunner vaderen, en dienden de bossen en de afgoden; toen was een grote toornigheid over Juda en Jeruzalem, om deze hun schuld.

2 Kronieken 24:18 Meaning and Commentary

2 Chronicles 24:18

And they left the house of the Lord God of their fathers
Came no more to the temple at Jerusalem, forsook the worship and service of it:

and served groves and idols;
worshipped idols in groves, which were upon high places:

and wrath came upon Judah and Jerusalem for this their trespass:
their idolatry, and particularly on these princes, the Syrian army coming against them, and destroying them, ( 2 Chronicles 24:23 ) .

2 Kronieken 24:18 In-Context

16 En zij begroeven hem in de stad Davids, bij de koningen; want hij had goed gedaan in Israel, beide aan God en zijn huize.
17 Maar na den dood van Jojada kwamen de vorsten van Juda, en bogen zich neder voor den koning; toen hoorde de koning naar hen.
18 Zo verlieten zij het huis des HEEREN, des Gods hunner vaderen, en dienden de bossen en de afgoden; toen was een grote toornigheid over Juda en Jeruzalem, om deze hun schuld.
19 Doch Hij zond profeten onder hen, om hen tot den HEERE te doen wederkeren; die betuigden tegen hen, maar zij neigden de oren niet.
20 En de Geest Gods toog Zacharia aan, den zoon van Jojada, den priester, die boven het volk stond, en hij zeide tot hen: Zo zegt God: Waarom overtreedt gij de geboden des HEEREN? Daarom zult gij niet voorspoedig zijn; dewijl gij den HEERE verlaten hebt, zo zal Hij u verlaten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.