2 Kronieken 27:2

2 En hij deed dat recht was in de ogen des HEEREN, naar alles, wat zijn vader Uzzia gedaan had, behalve dat hij in den tempel des HEEREN niet ging; en het volk verdierf zich nog.

2 Kronieken 27:2 Meaning and Commentary

2 Chronicles 27:2

And he did that which was right
(See Gill on 2 Kings 15:34),

howbeit, he entered not into the temple of the Lord;
to burn incense, as his father did; he did according to his good ways, but not his evil ones:

and the people did yet corruptly;
in sacrificing and burning incense in the high places, ( 2 Kings 15:35 ) which some think Joash himself did, and is meant in the preceding clause; but the sense given is best.

2 Kronieken 27:2 In-Context

1 Jotham was vijf en twintig jaren oud, toen hij koning werd, en hij regeerde zestien jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Jerusa, een dochter van Zadok.
2 En hij deed dat recht was in de ogen des HEEREN, naar alles, wat zijn vader Uzzia gedaan had, behalve dat hij in den tempel des HEEREN niet ging; en het volk verdierf zich nog.
3 Dezelve bouwde de hoge poorten aan het huis des HEEREN; hij bouwde ook veel aan den muur van Ofel.
4 Daartoe bouwde hij steden op het gebergte van Juda; en in de wouden bouwde hij burchten en torens.
5 Hij krijgde ook tegen den koning der kinderen Ammons, en had de overhand over hen, zodat de kinderen Ammons in datzelfde jaar hem gaven honderd talenten zilvers, en tien duizend kor tarwe, en tien duizend gerst; dit brachten hem de kinderen Ammons wederom, ook in het tweede en in het derde jaar.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.