2 Kronieken 28:5

5 Daarom gaf hem de HEERE, zijn God, in de hand des konings van Syrie, dat zij hem sloegen, en van hem gevankelijk wegvoerden een grote menigte van gevangenen, die zij te Damaskus brachten. En hij werd ook gegeven in de hand des konings van Israel, die hem sloeg met een groten slag.

2 Kronieken 28:5 Meaning and Commentary

2 Chronicles 28:5

Wherefore the Lord his God delivered him into the hand of the
king of Syria
Whose name was Rezin, ( 2 Kings 16:5 ) , though that is an after expedition to this, which is there related. The Lord is called the God of Ahaz, because he was so of right; he had dominion over him, and ought to have been worshipped by him; and, besides, he was so by virtue of the national covenant between God and the people Ahaz was king of; and moreover, Ahaz professed he was his God, though in an hypocritical manner, and he forsook the true worship of him:

and they smote him, and carried away a great multitude of them
captives, and brought them to Damascus;
whereas in a later expedition, related in ( 2 Kings 16:5 ) , they did not succeed:

and he was also delivered into the hand of the king of Israel;
whose name was Pekah:

who smote him with a great slaughter;
as is next related.

2 Kronieken 28:5 In-Context

3 Dezelve rookte ook in het dal des zoons van Hinnom; en hij brandde zijn zonen in het vuur, naar de gruwelen der heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israels uit de bezitting verdreven had.
4 Ook offerde hij en rookte op de hoogten en op de heuvelen, mitsgaders onder alle groen geboomte.
5 Daarom gaf hem de HEERE, zijn God, in de hand des konings van Syrie, dat zij hem sloegen, en van hem gevankelijk wegvoerden een grote menigte van gevangenen, die zij te Damaskus brachten. En hij werd ook gegeven in de hand des konings van Israel, die hem sloeg met een groten slag.
6 Want Pekah, de zoon van Remalia, sloeg in Juda honderd en twintig duizend dood op een dag, allen strijdbare mannen, omdat zij den HEERE, den God hunner vaderen, verlaten hadden.
7 En Zichri, een geweldig man van Efraim, sloeg Maaseja, den zoon des konings, dood, en Azirkam, den huisoverste, mitsgaders Elkana, den tweede na den koning.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.