2 Kronieken 29:27

27 En Hizkia beval, dat men het brandoffer op het altaar zou offeren; ten tijde nu, als dat brandoffer begon, begon het gezang des HEEREN met de trompetten en met de instrumenten van David, den koning van Israel.

2 Kronieken 29:27 Meaning and Commentary

2 Chronicles 29:27

And Hezekiah commanded to offer the burnt offering upon the
altar
Which was wholly devoted to the Lord, and was an acknowledgment of his sovereignty over them, and of his goodness to them: and when the burnt offering began, the song of the Lord began also with
trumpets, and with the instruments ordained by David king of Israel;
and this was done at the time of the pouring out of the drink offering, which always attended the burnt offering; for this is a rule with the Jews, that they do not say the song but over the drink offering F15.


FOOTNOTES:

F15 T. Bab. Eracin, fol. 12. 1.

2 Kronieken 29:27 In-Context

25 En hij stelde de Levieten in het huis des HEEREN, met cimbalen, met luiten en harpen, naar het gebod van David, en van Gad, den ziener des konings, en van Nathan, den profeet; want dit gebod was van de hand des HEEREN, door de hand Zijner profeten.
26 De Levieten nu stonden met de instrumenten van David, en de priesters met de trompetten.
27 En Hizkia beval, dat men het brandoffer op het altaar zou offeren; ten tijde nu, als dat brandoffer begon, begon het gezang des HEEREN met de trompetten en met de instrumenten van David, den koning van Israel.
28 De ganse gemeente nu boog zich neder, als men het gezang zong, en met trompetten trompette; dit alles totdat het brandoffer voleind was.
29 Als men nu geeindigd had te offeren, bukten de koning en allen, die bij hem gevonden waren, en bogen zich neder.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.