2 Kronieken 35:20

20 Na dit alles, toen Josia het huis toebereid had, toog Necho, de koning van Egypte, op, om te krijgen tegen Karchemis, aan den Frath; en Josia toog uit hem tegemoet.

2 Kronieken 35:20 Meaning and Commentary

2 Chronicles 35:20

After all this, when Josiah had prepared the temple
Purified it, and cleansed it from the filth in it, and from all idolatry, and had repaired it, and put the service of it in good order, and on a good footing, after which great prosperity in church and state might have been expected:

Necho king of Egypt came up to fight against Carchemish by Euphrates;
now called Querquisia, supposed by some to be the same with the Cadytis of Herodotus, which that historian calls a great city of Syria, whither he says Necho went after the battle with the Syrians F24; of which (See Gill on Isaiah 10:9) and of this king of Egypt, (See Gill on 2 Kings 23:29) (See Gill on Jeremiah 46:2)

and Josiah went out against him;
or to meet him, and stop him from going through his land, which lay between Egypt and Syria; Egypt being on the south of Israel, and Euphrates on the north of it, as Jarchi observes.


FOOTNOTES:

F24 Euterpe, sive, l. 2. c. 159. & Galei not. in ib.

2 Kronieken 35:20 In-Context

18 Daar was ook geen pascha als dat in Israel gehouden, van de dagen van Samuel, den profeet, af; en geen koningen van Israel hadden zulk een pascha gehouden, gelijk dat Josia hield met de priesters en de Levieten, en gans Juda en Israel, dat er gevonden werd, en de inwoners van Jeruzalem.
19 In het achttiende jaar van het koninkrijk van Josia, werd dit pascha gehouden.
20 Na dit alles, toen Josia het huis toebereid had, toog Necho, de koning van Egypte, op, om te krijgen tegen Karchemis, aan den Frath; en Josia toog uit hem tegemoet.
21 Toen zond hij boden tot hem, zeggende: Wat heb ik met u te doen, gij, koning van Juda? Wat u aangaat, ik ben heden tegen u niet, maar tegen een huis, dat oorlog voert tegen mij; en God heeft gezegd, dat ik mij haasten zou; houd u af van God, Die met mij is, opdat Hij u niet verderve.
22 Doch Josia keerde zijn aangezicht niet van hem; maar hij verstelde zich, om tegen hem te strijden, en hoorde niet naar de woorden van Necho uit den mond van God; maar hij kwam om te strijden in het dal Megiddo.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.