2 Samuël 13:27

27 Als Absalom bij hem aanhield, zo liet hij Amnon en al des konings zonen met hem gaan.

2 Samuël 13:27 Meaning and Commentary

2 Samuel 13:27

But Absalom pressed him
Which one would think would have increased his suspicion, if he had any, or have raised it in him; but his mind was blinded, that Amnon's incest might be punished and the threatening to David and his house be fulfilled on account of the affair of Uriah and Bathsheba:

that he let Amnon and all the king's sons go with him;
if he had any suspicion at all, he might choose they should all go, that they might protect and defend him, if any attempt was made upon him; or, as others think, that no exceptions might be taken, as might be, if Amnon had gone alone.

2 Samuël 13:27 In-Context

25 Maar de koning zeide tot Absalom: Niet, mijn zoon, laat ons toch niet al te zamen gaan, opdat wij u niet bezwaarlijk zijn; en hij hield bij hem aan, doch hij wilde niet gaan, maar zegende hem.
26 Toen zeide Absalom: Zo niet, laat toch mijn broeder Amnon met ons gaan. Maar de koning zeide tot hem: Waarom zou hij met u gaan?
27 Als Absalom bij hem aanhield, zo liet hij Amnon en al des konings zonen met hem gaan.
28 Absalom nu gebood zijn jongens, zeggende: Let er nu op, als Amnons hart vrolijk is van den wijn, en ik tot ulieden zal zeggen: Slaat Amnon, dan zult gij hem doden; vreest niet; is het niet, omdat ik het u geboden heb? Zijt sterk en weest dapper.
29 En Absaloms jongens deden aan Amnon, gelijk als Absalom geboden had. Toen stonden alle zonen des konings op, en reden een iegelijk op zijn muildier, en vloden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.