2 Samuël 16:12

12 Misschien zal de HEERE mijn ellende aanzien; en de HEERE zal mij goed vergelden voor zijn vloek, te dezen dage.

2 Samuël 16:12 Meaning and Commentary

2 Samuel 16:12

It may be that the Lord will look on mine affliction
Through the rebellion of his son, and now aggravated by the cursing of Shimei; that is, with an eye of pity and commiseration, and deliver him out of it: or "look upon my eye" ^F24; for there is a various reading; the tear of mine eye, as the Targum; so Jarchi and R. Isaiah; the tears in it, which fell plentifully from it, on account of his troubles, and particularly the curses and reproaches of Shimei:

and that the Lord will requite me good for his cursing this day;
he does not speak with assurance, yet with hope; he knew his sins deserved such treatment, but also that God was gracious and merciful, and pitied his children, and resented all ill usage of them; and therefore hoped he would favour him with such intimations of his love as would support him, comfort, refresh him, and do him good, see ( Romans 8:28 ) .

---

FOOTNOTES:

F24 (ynyeb) "in oculum meum", Montanus; "oculum meum lachrymantem", Munster.

2 Samuël 16:12 In-Context

10 Maar de koning zeide: Wat heb ik met u te doen, gij zonen van Zeruja? Ja, laat hem vloeken; want de HEERE toch heeft tot hem gezegd: Vloek David; wie zou dan zeggen: Waarom hebt gij alzo gedaan?

11 Voorts zeide David tot Abisai en tot al zijn knechten: Ziet, mijn zoon, die van mijn lijf is voortgekomen, zoekt mijn ziel; hoeveel te meer dan nu deze zoon van Jemini? Laat hem geworden, dat hij vloeke, want de HEERE heeft het hem gezegd.

12 Misschien zal de HEERE mijn ellende aanzien; en de HEERE zal mij goed vergelden voor zijn vloek, te dezen dage.

13 Alzo ging David met zijn lieden op den weg; en Simei ging al voort langs de zijde des bergs tegen hem over, en vloekte, en wierp met stenen van tegenover hem, en stoof met stof.

14 En de koning kwam in, en al het volk, dat met hem was, moede zijnde; en hij verkwikte zich aldaar.