2 Samuël 16:13

13 Alzo ging David met zijn lieden op den weg; en Simei ging al voort langs de zijde des bergs tegen hem over, en vloekte, en wierp met stenen van tegenover hem, en stoof met stof.

2 Samuël 16:13 Meaning and Commentary

2 Samuel 16:13

And as David and his men went by the way
In the high road that led to Bahurim, taking no notice of the cursing of Shimei, which made him bolder and more impudent; here is a large pause in the Hebrew text, in the midst of this verse:

Shimei went along on the hill side over against him;
as David and his men walked in the plain, he went on a range of hills that ran along right against them:

and cursed as he went;
continued his curses and imprecations, to which he was the more emboldened by the behaviour of David and his men:

and threw stones at him, and cast dust;
in a way of contempt, though the stones recoiled on his own head, and the dust flew in his own face, as the consequence of things showed; and now David composed and penned the seventh psalm, ( Psalms 7:1-17 ) .

2 Samuël 16:13 In-Context

11 Voorts zeide David tot Abisai en tot al zijn knechten: Ziet, mijn zoon, die van mijn lijf is voortgekomen, zoekt mijn ziel; hoeveel te meer dan nu deze zoon van Jemini? Laat hem geworden, dat hij vloeke, want de HEERE heeft het hem gezegd.
12 Misschien zal de HEERE mijn ellende aanzien; en de HEERE zal mij goed vergelden voor zijn vloek, te dezen dage.
13 Alzo ging David met zijn lieden op den weg; en Simei ging al voort langs de zijde des bergs tegen hem over, en vloekte, en wierp met stenen van tegenover hem, en stoof met stof.
14 En de koning kwam in, en al het volk, dat met hem was, moede zijnde; en hij verkwikte zich aldaar.
15 Absalom nu en al het volk, de mannen van Israel, kwamen te Jeruzalem, en Achitofel met hem.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.