2 Samuël 19:42

42 Toen antwoordden alle mannen van Juda tegen de mannen van Israel: Omdat de koning ons na verwant is; en waarom zijt gij nu toornig over deze zaak? Hebben wij dan enigszins gegeten van des konings kost, of heeft hij ons een geschenk geschonken?

2 Samuël 19:42 Meaning and Commentary

2 Samuel 19:42

And all the men of Judah answered the men of Israel
Such of them as went down to fetch the king back, replied to the men of Israel that now met them, and objected to their conduct:

because the king [is] near of kin to us;
being of their tribe, and his palace was within their borders, and therefore they were proper persons to bring him home:

wherefore then be ye angry for this matter?
for bringing the king back, and being the first in it; for who so proper as they, not only to do their duty, but to show their affection to the king as early as possible?

have we eaten at all of the king's [cost]?
they had maintained themselves at their own expense, going and returning; they had no self-interest or selfish views to serve, but on the contrary had been at a considerable charge to meet the king, and conduct him home:

or hath he given us any gift?
no, he had not, nor did they expect any; it was not with a view to any reward that they had taken this step, but purely out of affection to the king, and for the good of their country.

2 Samuël 19:42 In-Context

40 En de koning toog voort naar Gilgal, en Chimham toog met hem voort; en al het volk van Juda had den koning overgevoerd, als ook een gedeelte van het volk Israels.
41 En ziet, alle mannen van Israel kwamen tot den koning; en zij zeiden tot den koning: Waarom hebben u onze broeders, de mannen van Juda, gestolen, en hebben den koning en zijn huis over de Jordaan gevoerd, en alle mannen Davids met hem?
42 Toen antwoordden alle mannen van Juda tegen de mannen van Israel: Omdat de koning ons na verwant is; en waarom zijt gij nu toornig over deze zaak? Hebben wij dan enigszins gegeten van des konings kost, of heeft hij ons een geschenk geschonken?
43 En de mannen van Israel antwoordden den mannen van Juda, en zeiden: Wij hebben tien delen aan den koning, en ook aan David, wij, meer dan gij; waarom hebt gij ons dan gering geacht, dat ons woord niet het eerste geweest is, om onzen koning weder te halen? Maar het woord der mannen van Juda was harder dan het woord der mannen van Israel.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.