Daniël 11:26

26 En die de stukken zijner spijze zullen eten, zullen hem breken, en de heirkracht deszelven zal overstromen, en vele verslagenen zullen vallen.

Daniël 11:26 Meaning and Commentary

Daniel 11:26

Yea, they that feed of the portion of his meat shall destroy
him
Those of his own household, his familiar friends, his courtiers and counsellors, and the generals of his army; his destruction, or the loss of the battle, was owing either to the bad counsels they gave him, or to their desertion of him, being corrupted by Antiochus: and his army shall overflow:
that is, the army of Antiochus, like a mighty inundation of water, which carries all before it, should overflow, or bear down and destroy, the army of Ptolemy, and overrun all Egypt, as it did, as before related; no more resistance being to be made to it than to a rapid flood of water: and many shall fall down slain:
of the army of the king of Egypt. The account given of this affair in the Apocrypha:

``18 And made war against Ptolemee king of Egypt: but Ptolemee was afraid of him, and fled; and many were wounded to death. 19 Thus they got the strong cities in the land of Egypt and he took the spoils thereof.'' (1 Maccabees 1)
Josephus says F24, that Antiochus,
``being with a great army at Pelusium, and circumventing Ptolemy Philometor by fraud, seized on Egypt; and being in the parts near to Memphis, and taking it, he hastened to Alexandria to besiege it, and got Ptolemy, reigning there, into his hands.''

FOOTNOTES:

F24 Antiqu. l. 12. c. 5, sect. 2.

Daniël 11:26 In-Context

24 Met stilheid zal hij ook in de vette plaatsen des landschaps komen, en hij zal doen, dat zijn vaders, of de vaders zijner vaderen, niet gedaan hebben; roof, en buit, en goederen, zal hij onder hen uitstrooien, en hij zal tegen de vastigheden zijn gedachten denken, doch tot een zekeren tijd toe.
25 En hij zal zijn kracht en zijn hart verwekken tegen den koning van het Zuiden, met een grote heirkracht; en de koning van het Zuiden zal zich in den strijd mengen met een grote en zeer machtige heirkracht; doch hij zal niet bestaan, want zij zullen gedachten tegen hem denken.
26 En die de stukken zijner spijze zullen eten, zullen hem breken, en de heirkracht deszelven zal overstromen, en vele verslagenen zullen vallen.
27 En het hart van beide deze koningen zal wezen om kwaad te doen, en aan een tafel zullen zij leugen spreken; en het zal niet gelukken, want het zal nog een einde hebben ter bestemder tijd.
28 En hij zal in zijn land wederkeren met groot goed, en zijn hart zal zijn tegen het heilig verbond; en hij zal het doen, en wederkeren in zijn land.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.