Daniël 11:37

37 En op de goden zijner vaderen zal hij geen acht geven, noch op de begeerte der vrouwen; hij zal ook op geen God acht geven, maar hij zal zich boven alles groot maken.

Daniël 11:37 Meaning and Commentary

Daniel 11:37

Neither shall he regard the God of his fathers
Of the apostles of Christ, from whom he pretends to descend, and whose successor he would be thought to be: now their God was the Lord Jesus Christ, whom they worshipped and adored, believed in, embraced, professed, and preached; but whom antichrist disregards, though he would be thought to be his vicar on earth; yet slights him, yea, opposes and acts contrary to him, in his offices of Prophet, Priest, and King, and therefore is rightly called antichrist: nor the desire of women;
or "wives" F16; not desirous of having wives, or enjoying women in lawful marriage; but forbidding his priests to marry, as is notoriously a tenet of antichrist, and foretold by the apostle, in agreement to this prophecy, ( 1 Timothy 4:3 ) , otherwise, none more lustful or desirous of women in an unlawful way than the Romish priests: nor regard any god;
either the true God, and his laws, or any god in a metaphorical sense, any king or potentate on earth; showing no respect to any authority, or to any laws, divine or human: for he shall magnify himself above all;
above all gods, real or nominal, as in ( 2 Thessalonians 2:4 ) .


FOOTNOTES:

F16 (Myvn) "conjuges", Gejerus.

Daniël 11:37 In-Context

35 En van de leraars zullen er sommigen vallen, om hen te louteren en te reinigen, en wit te maken, tot den tijd van het einde toe; want het zal nog zijn voor een bestemden tijd.
36 En die koning zal doen naar zijn welgevallen, en hij zal zichzelven verheffen, en groot maken boven allen God, en hij zal tegen den God der goden wonderlijke dingen spreken; en hij zal voorspoedig zijn, totdat de gramschap voleind zij, want het is vastelijk besloten, het zal geschieden.
37 En op de goden zijner vaderen zal hij geen acht geven, noch op de begeerte der vrouwen; hij zal ook op geen God acht geven, maar hij zal zich boven alles groot maken.
38 En hij zal den god Mauzzim in zijn standplaats eren; namelijk den god, welken zijn vaders niet gekend hebben, zal hij eren met goud, en met zilver, en met kostelijk gesteente, en met gewenste dingen.
39 En hij zal de vastigheden der sterkten maken met den vreemden god; dengenen, die hij kennen zal, zal hij de eer vermenigvuldigen, en hij zal ze doen heersen over velen, en hij zal het land uitdelen om prijs.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.