Deuteronomium 1:31

31 En in de woestijn, waar gij gezien hebt, dat de HEERE uw God, u daarin gedragen heeft, als een man zijn zoon draagt, op al den weg, dien gij gewandeld hebt, totdat gij kwaamt aan deze plaats.

Deuteronomium 1:31 Meaning and Commentary

Deuteronomy 1:31

And in the wilderness
Where he had fed them with manna, brought water out of rocks for them, protected them from every hurtful creature, had fought their battles for them, and given them victory over Amalek, Sihon, and Og:

where thou hast seen how the Lord thy God bare thee as a man doth bear
his son;
in his arms, in his bosom, with great care and tenderness:

in all the way that ye went, until ye came into this place;
supplying their wants, supporting their persons, subduing their enemies, and preserving them from everything hurtful to them; and therefore having God on their side, as appeared by so many instances, of his favour to them, they had nothing to dread or fear from the Canaanites, though ever so mighty.

Deuteronomium 1:31 In-Context

29 Toen zeide ik tot u: Verschrikt niet, en vreest niet voor hen.

30 De HEERE, uw God, Die voor uw aangezicht wandelt, Die zal voor u strijden, naar alles, wat Hij bij u voor uw ogen gedaan heeft in Egypte.

31 En in de woestijn, waar gij gezien hebt, dat de HEERE uw God, u daarin gedragen heeft, als een man zijn zoon draagt, op al den weg, dien gij gewandeld hebt, totdat gij kwaamt aan deze plaats.

32 Maar door dit woord geloofdet gij niet aan den HEERE, uw God.

33 Die voor uw aangezicht op den weg wandelde, om u de plaats uit te zien, waar gij zoudt legeren; des nachts in het vuur, opdat Hij u den weg wees, waarin gij zoudt gaan, en des daags in de wolk.